Circa honderdduizend dodelijke slachtoffers noteerde Dr. Loe de Jong in een voetnoot van zijn magnum opus Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog (1988). In een voetnoot schreef hij: ‘In Indonesië wordt gesteld dat de Republikeinse strijdkrachten in de jaren ’45-’49 in totaal ca. honderdduizend man hebben verloren – Nederlandse militaire historici houden dat voor een betrouwbaar cijfer.’ Verder noemde De Jong geen bronnen.
Een ruwe schatting. Toch lijkt die schatting aardig overeen te komen met recentere berichten over aantallen slachtoffers tijdens de Merdeka-tijd (1945-1950). Het totaal aantal gesneuvelde Indonesiërs komt volgens recentere (2017) berekeningen van het KITLV uit op 97.421. Het is volstrekt onduidelijk hoeveel daarvan strijders en hoeveel burgers waren. In de guerrillaoorlog was voor Nederlandse soldaten het onderscheid tussen burger en vijand sowieso uiterst moeilijk te maken. In de militaire rapportage worden alle doden opgevoerd als ‘vijandelijke verliezen’ en is praktisch nooit sprake van burgerdoden, terwijl we in sommige gevallen zeker weten, en in andere gevallen vermoeden, dat ook burgers (al of niet per abuis) het slachtoffer werden. Het ontrafelen van de cijfers voor dit onderscheid is helaas onmogelijk.
https://javapost.nl/2017/08/12/wie-telt-de-indonesische-doden/