In 2009 sprak ik de ontwerper Peter Struycken over de aanleg van de Blauwe Golven onder de nieuwe brug, de Nelson Mandela brug in Arnhem. Nu zijn er plannen om het kunstwerk te slopen.
Door Herman Spinhof
ARNHEM – De ‘Blauwe Golven’ vormden het sluitstuk van de ‘nieuwe’ brug, die in 1977 in gebruik werd genomen. Dit ongebruikelijke en visueel indrukwekkende ontwerp van de gerenommeerde kunstenaar Peter Struycken is nationaal en internationaal zeer gewaardeerd.
“De grote animator achter het ontwerp was de toenmalige wethouder Jaap Hekkelman,” vertelt Peter Struycken (1939). Hekkelman (financiën, PvdA) was ook de motor achter de bouw van de brug zelf, die hij realiseerde zonder de stad op te zadelen met een jarenlange schuldenlast. “Zo iemand heb je nodig, anders komt zo’n groot project niet tot stand.” Struycken, bekend van de serie postzegels uit 1981 die een uit puntjes opgebouwde beeltenis van koningin Beatrix tonen, was in die periode docent van de Kunstacademie (ArtEZ). “Ik kwam dagelijks langs de nieuwe brug. Maar ook vóór die tijd. Ik ken het gebied zoals het er nog jaren na de oorlog bijlag: ruïnes met niet weggeruimd puin, hopen zand en een opgebroken Tramstraat. Auto’s parkeerden tussen de hopen zand, zonder elkaar te hinderen.” Toen Struycken de opdracht kreeg om een ontwerp te maken voor het gebied waarop auto’s geparkeerd moesten worden, wist hij al binnen tien minuten hoe het eruit moest zien. “Het kon geen object of beeld worden, want je kan in dat gebied er niet om heen lopen. Voor groen en bomen is geen ruimte en onder de portalen kunnen die niet groeien. Het gegolfde veld moest een doorkijk worden en ook zo dat als er geen auto’s zouden staan, het een aantrekkelijk visueel beeld oplevert. Ik realiseerde me dat op de golven, net als in de oude situatie met die hopen zand en puin, in combinatie met die witte en blauwe banen de richting om je auto te parkeren duidelijk is. Daar hoefde je geen aparte strepen voor parkeerhavens te trekken. De praktijk heeft bewezen dat het goed gaat.” De blauwe en witte strepen geven de richting aan en zijn afgestemd op de grootte van de auto’s, evenals de hoogte van de golven. “Dat hebben we getest op verschillende manieren met auto’s en autobussen. Ook de houdbaarheid van de kleur van de stenen is anderhalf jaar lang getest op de intensief bereden Apeldoornseweg. Die stenen verkleuren niet. Je moet ze wel schoonhouden. Dat was met de gemeente Arnhem ook zo afgesproken. Een keer per maand de veegwagen erover. Maar daar is de klad in gekomen.” Bij de aanleg van dit ingewikkelde ontwerp kreeg Struycken alle steun van de gemeente: ‘dat was voorbeeldig’. “De vraag was of bestrating van het plan met een in twee richtingen gekromd vlak zou lukken. Bij een proefveldje in Elst hebben we dat uitgeprobeerd.” Het is een ambachtelijk kunstwerk van een opzienbarend ontwerp in een lastig stedelijk gebied waar Arnhem trots op kan zijn, dat ook in het buitenland vermaard is.
Petitie tegen het slopen.
Door Herman Hofman (oud-gemeentesecretaris van de gemeente Arnhem)
“Ik heb het hele proces meegemaakt, o.a. als vice-voorzitter van de Commissie Beeldende Vormgeving openbare gebouwen en terreinen.Toen het ontwerp van de Roermondspleinbrug (nu Nelson Mandelabrug) gereed was, ontstond de discussie over het gebied waar de brug aan de noordzijde zou ‘landen’.De hoogte en de grootte van de brugdelen zouden zodanig ingrijpend zijn, dat het daaronder gelegen gebied een aparte studie vereiste.Uit de gemeenteraad klonk o.a. de wens om er een groen uiterlijk aan te geven en er zeker ook bomen te planten.Deskundigen op dat gebied oordeelden dat bomen altijd veel te klein zouden blijven in verhouding tot de afmetingen van de brugdelen en overig groen/gras zou verpieteren.Berend Hendriks en Piet Slegers, leden van genoemde commissie, adviseerden om Peter Struijcken een ontwerp te laten maken.Peter kwam met de idee van de blauwe golven in relatie tot de rivier. De commissie was positief, maar vond het wenselijk dat hij samen met de landschapsarchitect Bob van der Vliet (ook docent in Arnhem) zou zoeken naar een nog aantrekkelijker vormgeving. Het kostte moeite Struijcken daarvan te overtuigen, maar toch kwam er een mooi ontwerp uit voort met centraal een enorme bolvormige fontein en beplanting aan de randen van de ‘golven’.Iedereen was enthousiast, dus werd het uitgevoerd.Struijcken vond het in beginsel geen bezwaar als er aan de randen ook geparkeerd zou worden, maar het gemeentebestuur wilde dit (toen) nadrukkelijk niet. Later zou daarin onder druk van de middenstand helaas verandering in komen. Ook toen verdrong commercie de kunst !Het geheel met de werkende fontein in het midden vormde een prachtige entree van de stad vanuit het zuiden.Tijdens het ‘Festival De Stad'(Arnhem 750 Jaar) verzorgde de Dansacademie een prachtige balletmiddag op de ‘golven’ en dat werd door honderden bezoekers gadegeslagen.Natuurlijk kwam er na enige tijd wat onkruid op en dat werd met middelen uit die tijd bestreden. Die waren echter wat giftig, dus dat mocht na enige tijd niet meer. Begrijpelijk !Toen het weer hoog tijd dat er werd schoongemaakt, trokken op een zaterdag een aantal raadsleden en ambtenaren naar de golven’ om als vrijwilligers alles schoon te maken. Maar dat ging uiteraard niet elk kwartaal gebeuren; de gemeentereiniging deed dit wel, maar toen eenmaal dit gebied helaas toch parkeervoorziening werd, kwam er niet veel meer van schoonmaken terecht. Zo begon de verloedering en toen kwam als bezuinigingsmaatregel daar nog het afsluiten van de fontein bovenop.Die laten functioneren en het geheel schoonmaken kost een fractie van hetgeen nu gemoeid zal zijn met de voorliggende plannen.Niet of in ieder geval veel minder parkeren zal de ‘golven’ weer luister geven en de stationsparkeergarage zal veel beter benut worden.Arnhem gaat steeds minder goed om met werk van uitstekende kunstenaars. Zie de veiling van portretschilderijen van belangrijke toneelkunstenaars en in de Raad kwam onlangs het werk van Berend Hendriks aan de V&D-parkeergarage ter discussie te staan. Wie in het Arnhemse college en Arnhemse Raad tonen nog kennis van en begrip voor belangrijke kunstaankleding in onze stad ??”Herman Hofman.